Responsive image

Plaats van belastingheffing (artikel 5)

Download de app voor meer functionaliteit.

Plaats van belastingheffing (artikel 5)

In artikel 5 is bepaald welk aandeel van de door een entiteit verworven belastbare inkomsten moet worden aangemerkt als in een lidstaat verworven inkomsten voor de toepassing van deze belasting. In overeenstemming met het beginsel van waardecreatie door de gebruiker dat de grondslag voor het objectieve toepassingsgebied van de DDB vormt, is de DDB volgens deze bepaling verschuldigd in de lidstaat of lidstaten waar de gebruikers zich bevinden.

Deze aanpak volgt de logica dat het de inbreng van de gebruiker in de digitale activiteiten van een bedrijf is waarmee voor dat bedrijf waarde wordt gegenereerd, waarbij er niet noodzakelijkerwijze sprake is van een betaling van de kant van de gebruikers (bv. personen die advertenties bekijken op een digitale interface) of waarbij er slechts door enkele gebruikers wordt betaald (bv. veelzijdige digitale interfaces waarbij slechts bepaalde gebruikers voor de toegang tot de interface moeten betalen en andere gebruikers gratis toegang hebben). De heffingsbevoegdheid met betrekking tot de DDB berust derhalve bij de lidstaat waar de gebruiker zich bevindt, ongeacht of deze al dan niet in geld heeft bijgedragen aan het genereren van inkomsten voor het bedrijf. Er is voorzien in specifieke regels om te bepalen wanneer een gebruiker wordt geacht zich in een lidstaat te bevinden.

De belastbare inkomsten uit de levering van een belastbare dienst moeten voor de toepassing van deze richtlijn worden aangemerkt als inkomsten die in een belastingtijdvak in een lidstaat zijn verworven, indien een gebruiker met betrekking tot dergelijke diensten wordt geacht zich in dat belastingtijdvak in die lidstaat te bevinden volgens de regels van artikel 5, lid 2, die voor elk soort belastbare dienst toepassing moeten vinden. Wanneer de gebruikers van een belastbare dienst zich in verschillende lidstaten of niet-Unierechtsgebieden bevinden, moeten de belastbare inkomsten die door een entiteit met de levering van die dienst worden verworven, naar evenredigheid over elke lidstaat worden verdeeld in overeenstemming met de verschillende verdeelsleutels die in artikel 5, lid 3, voor elk soort belastbare dienst zijn vastgesteld. Deze verdeelsleutels zijn vastgesteld rekening houdende met de aard van elke belastbare dienst en met name de inkomstengenererende factoren voor de dienstverlener.

In het geval van een belastbare dienst bestaande in de plaatsing van advertenties op een digitale interface wordt aangeknoopt bij het aantal keren dat een advertentie is verschenen op apparaten of toestellen van gebruikers in een belastingtijdvak in een lidstaat, om te bepalen welk aandeel van de inkomsten in dat belastingtijdvak aan die lidstaat moet worden toegerekend.

Om met betrekking tot het ter beschikking stellen van veelzijdige digitale interfaces te bepalen welke aandeel van belastbare inkomsten aan een lidstaat moet worden toegerekend, wordt een onderscheid gemaakt tussen gevallen waarin de interface onderliggende transacties rechtstreeks tussen gebruikers faciliteert en gevallen waarin dat niet zo is. In het geval van facilitering van onderliggende transacties gebeurt de toerekening van belastbare inkomsten in een belastingtijdvak aan een lidstaat op basis van het aantal gebruikers die een dergelijke transactie in dat belastingtijdvak sluiten waarbij zij een apparaat of toestel in die lidstaat hebben gebruikt. Dit is namelijk de handeling die doorgaans inkomsten genereert voor de entiteit die de interface ter beschikking stelt. De heffingsbevoegdheid over de inkomsten van het bedrijf dat de interface ter beschikking stelt, wordt toegekend aan de lidstaten waar de gebruikers die onderliggende transacties sluiten, zich bevinden, ongeacht of deze gebruikers de verkopers dan wel de kopers van de onderliggende goederen of diensten zijn. Door hun participatie creëren zij namelijk allebei waarde voor de veelzijdige digitale interface, aangezien de rol van de interface erin bestaat vraag en aanbod samen te brengen. Als de bemiddelingsdienst evenwel geen onderliggende transacties faciliteert, worden inkomsten in de regel verworven uit periodieke betalingen nadat de gebruiker zich op een digitale interface heeft geregistreerd of een account heeft aangemaakt. Voor de toerekening van de belastbare inkomsten aan een lidstaat in een belastingtijdvak wordt daarom rekening gehouden met het aantal gebruikers dat in dat belastingtijdvak een account heeft die met behulp van een apparaat of toestel in die lidstaat werd aangemaakt tijdens dat belastingjaar dan wel een voorgaand.

Wat de doorgifte van over gebruikers verzamelde data betreft, wordt bij de toerekening van belastbare winsten in een belastingtijdvak aan een lidstaat rekening gehouden met het aantal gebruikers van wie in dat belastingtijdvak doorgegeven data zijn gegenereerd doordat zij een apparaat of toestel in die lidstaat hebben gebruikt.

Om de plaats van belastingheffing te bepalen, wordt verder in artikel 5, lid 4, verduidelijkt dat geen rekening wordt gehouden met de plaats vanwaar de betaling voor de belastbare diensten is verricht. In het geval van levering van onderliggende goederen of diensten rechtstreeks tussen de gebruikers van een veelzijdige digitale interface wordt evenmin rekening gehouden met de plaats waar dergelijke onderliggende transacties plaatsvinden.

Op basis van artikel 5, lid 5, worden de gebruikers geacht zich te bevinden in de lidstaat die wordt aangegeven door het internetprotocoladres (IP-adres) van het door hen gebruikte apparaat of toestel of, indien nauwkeuriger, een andere methode van plaatsbepaling. Het IP-adres is een eenvoudig en doeltreffend alternatief om de locatie van de gebruiker te bepalen. Als de belastingplichtige evenwel via een andere methode van plaatsbepaling constateert dat de gebruiker zich niet in de lidstaat bevindt die door het IP-adres wordt aangegeven, kan hij de plaats van belastingheffing nog altijd vaststellen aan de hand van die andere methode van plaatsbepaling.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.